|
Curaçao, 'k heb jou zo menigmaal bekeken
maar al jouw loze streken
die stane mij niet aan,
maar al jouw loze streken
die stane mij niet aan.
Daarom ga ik vertrekken
waar ik kom vandaan!
'k Kwam laatst, met haast al door het Herestraatje
men sprak: "Mijn lieve maatje,
kom, zet u hier wat neer
en drink dan eens een glaasje
en rook een pijp tabak".
Maar ik bedankte ras:
ik hield mijn geld op zak!
Achttiende-eeuws lied.
In: De twee vrolyke confraaters (1795). De naam van de liedschrijver ontbreekt.
Titel: als nieuw liedje in 1795 afgedrukt onder de titel 'Een nieuw lied, op de Karsouse meisjes'. Later meestal onder de titel 'Matrozenlied'.
|
Vindplaatsen (Nederlandse Liederenbank) o.m.:
• Het vrolijke Bleekersmeisje (ca. 1841)
• L. Haasnoot, Padvinders-liederenbundel (ca. 1955)
• Pollmann en Tiggers, Nederlands volkslied (1941, 1956, 1977)
(zie: Bronnen en vindplaatsen).
|