|
Nederlandse volksliedjes ∼ J ∼
|
Jan Pierewiet, Jan Pierewiet
Jan Pierewiet staan stil,
Jan Pierewiet, Jan Pierewiet
Jan Pierewiet staan stil.
Goeie môre my vrou
hier's 'n soentjie vir jou.
Goeie môre my man
daar is koffie in die kan.
Jan Pierewiet, Jan Pierewiet
Jan Pierewiet draai om,
Jan Pierewiet, Jan Pierewiet
Jan Pierewiet, draai om.
Wan die rokkies gaan draai
en die lintjies gaan waai
en so ry ons weg
na die punt van Blouberg.
Traditioneel Zuid-Afrikaans liedje.
Meer Zuid-Afrikaanse liedjes, klik hier.
Uitleg: de naam 'Pierewiet' betekent zoveel als 'grappenmaker'.
Vindplaatsen (Nederlandse Liederenbank) o.m.:
• S.J. du Toit, Suid-Afrikaanse volkspoësie (1924)
• P. Groen, Oude en nieuwe Groninger liederen (1930)
• J. Kunst, Het levende lied van Nederland (1938)
• Sanson-Catz en De Koe, Nederlandse volksdansen (ca. 1950)
(zie: Bronnen en vindplaatsen).
Jeugdig volkje, ras, ras, ras
binnen Haarlems muren
elk die brengt te pas, pas, pas
zo wat vreemde kuren:
't is, 't is, 't is vastenavondsdag
die al de stad wel vieren mag!
Rommelt op de pot, pot, pot
gaat in maskeraden
speelt nu vrij de zot, zot, zot
maakt om 't best bravaden:
't is, 't is, 't is vastenavondsdag
die al de stad wel vieren mag!
Brengt het ijzer hier, hier, hier
teert als grote heren
slaat de pan te vier, vier, vier
wilt maar lustig smeren:
't is, 't is, 't is vastenavondsdag
die al de stad wel vieren mag!
Nu een schorteldoek, doek, doek
voor de knechts te dragen
vrijsters, gaat en zoek, zoek, zoek
wie 't u lust te vragen:
't is, 't is, 't is vastenavondsdag
die al de stad wel vieren mag!
Hippelt op en springt, springt, springt
laat de snaren klinken
en daaronder zingt, zingt, zingt
om eens op te drinken
tot, tot, tot afscheid voor het lest
terwijl het spul is op zijn best!
Vastenavondlied.
Uitleg: vastenavond: laatste avond van carnaval / Haarlem: naam van elke stad in te vullen / bravaden: bravour / smeren: smullen / knechts: jongemannen (die zich met carnaval als vrouw verkleedden).
|
Vindplaatsen (Nederlandse Liederenbank) o.m.:
• Sparens vreugdebron (1646)
• J.H. Scheltema, Nederlandsche liederen uit vroegeren tijd (1885)
• F. van Duyse, Het oude Nederlandsche lied (1903)
• Pollmann en Tiggers, Nederlands volkslied (1941, 1956, 1977)
(zie: Bronnen en vindplaatsen).
|
Pieter Bruegel,
Carnaval en vastenavond, 1559
(detail).
© copyright
van bladmuziek en muziek
Geschiedenis van het Nederlandse volksliedje
|