oktober 2015
Dubbele Jan die zie je niet meer op de kermis staan
Elk jaar was het begin oktober kermis in Terborg. Naast alle atracties (de rupsbaan, de cakewalk, de botswagens, de ronddraaiende calypso, het spookhuis en het reuzenrad) waren er ook de lampionoptocht, het bloemencorso, de traditionele oliebollenkraam en het afsluitende vuurwerk.
Het kermisliedje Dubbele Jan die zie je niet meer op de kermis staan leerde ik van mijn moeder. De tekst is raadselachtig, want Jan is verdwenen en je komt er ook niet achter waarom hij weg is gegaan, of waarheen.
Het is hierdoor geen vrolijk kermislied, zoals je bij kermis zou verwachten, maar het heeft juist iets heel melancholisch. Jan had blijkbaar een draaimolen die werd voortgetrokken door een paard, en er klonk muziek uit een tingeldoos. Maar het zijn ondertussen de jaren '50, de tijd van radio's - dus Dubbele Jan staat voor een voorbije tijd.
Hij is vertrokken en het ziet er niet naar uit dat hij ooit terugkomt - de kermis zal nooit meer zijn zoals toen.
Bladmuziek en mp3 van dit volksliedje zijn te vinden op: Nederlandse volksliedjes met een D.
(week 4)
Merk toch hoe sterk nu in 't werk zich al stelt
Mijn zusje leerde het zeventiende-eeuwse geuzenlied Merk toch hoe sterk nu in 't werk zich al stelt op de middelbare school. Het zingt heel lekker mee door het marstempo dat erin zit, al het (binnen)rijm en het nabootsen van het trompetgeschal halverwege de strofe.
Het lied gaat over het ontzet van de bezette stad Bergen op Zoom. Dat het een triomfantelijk overwinningslied is, is in de muziek terug te horen. Toch schreef Valerius het op een al bestaande melodie, een Italianaanse dansmelodie.
Het lied is opgenomen in de liedbundel Kun je nog zingen, zing dan mee, waardoor het in de twintigste eeuw decennia lang ruim verspreid is gebleven.
Tekst en muziek van dit volksliedje zijn natuurlijk te vinden op: Nederlandse volksliedjes met een M.
(week 3)
't Ros Beyaard doet zijn ronde
Het volksliedje 't Ros Beyaard doet zijn ronde gaat over de sage van de vier Heemskinderen: de vier zonen van ridder Aymon (leenman van Karel de Grote, dus rond het jaar 800).
Deze ridder gaf elk van zijn vier zonen een paard - maar de jongste zoon Reinout was zo sterk, dat de paarden niet sterk genoeg voor hem waren. Daarom kreeg hij het woeste paard Beiaard en temde het uiteindelijk. Na een vete met Karel de Grote liet deze het ros Beiaard doden.
Het lied dat later over deze sage is gemaakt, kende ik niet - Marijke leerde het op de kweekschool van Renske Nieweg.
Bladmuziek en mp3 van dit volksliedje zijn te vinden op: Nederlandse volksliedjes met een R.
(week 2)
Een scheepje in de haven landt
Het volksliedje Een scheepje in de haven landt is een typisch liedje van J.P. Heije uit de bundel Kun je nog zingen, zing dan mee. Heije droeg in zijn teksten verschillende idealen uit, zoals: jongeren normen bijbrengen, vaderlandslievendheid stimuleren, en stadskinderen stimuleren om te wandelen, varen en de natuur in te gaan.
In dit liedje gaan gezonde Hollandse jongens naar zee - en komen rijk beladen terug. Een aantrekkelijk beeld.
Marijke leerde dit liedje op de kweekschool - helaas kende ik het als kind niet. Het vrolijke "Hojo" zou lekker zijn geweest om mee te galmen!
Tekst en muziek van dit volksliedje zijn natuurlijk te vinden op: Nederlandse volksliedjes met een S.
(week 1)
|